Dat betoogde oud-president Nout Wellink van De Nederlandsche Bank vrijdag bij de parlementaire enquêtecommissie. Het kabinet stelde tijdens de kredietcrisis 200 miljard euro aan garanties beschikbaar en 20 miljard voor directe staatssteun, maar alle Nederlandse banken waren huiverig hun vinger op te steken.
,,Een volgende keer moet je misschien dwingend afspreken dat allen van een regeling gebruik maken’’, zei Wellink. In Frankrijk is dat bijvoorbeeld gebeurd.
De regeling was nodig voor de stabiliteit van het financieel stelsel, maar de urgentie van de maatregel nam wel af, constateerde Wellink. Uiteindelijk is maar voor 50 miljard gebruik gemaakt van de garanties. ,,Die 200 miljard was wel wat te ruim in het jasje.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl